Productondersteuning B200
Veelgestelde vragen
De motor start niet
- Controleer de kabel op schade.
- Controleer het stopcontact: Controleer de stroomvoorziening van het stopcontact door een klein apparaat, zoals de oplader van een mobiele telefoon, aan te sluiten en te kijken of het apparaat wordt opgeladen.
Er komt geen water uit
- Controleer of er voldoende water in het reservoir zit en vul dit indien nodig bij.
- Is de knop van het stopcontact ingedrukt? Zo niet, druk er dan op.
- Controleer of er water in de slang wordt gepompt en of de uitlaat niet geblokkeerd is.
Lage zuigkracht
- Controleer of de vuilwatertank vol is en maak deze indien nodig leeg.
- Controleer of de leidingopening verstopt is en reinig deze indien nodig.
- Als het apparaat gedurende een langere periode onafgebroken is gebruikt, laat het dan 10 minuten afkoelen en ga vervolgens over tot reiniging.
Lekkend
- Controleer de leidingopening op waterlekkage bij de afdichting.
- Controleer de watertank op schade, zoals scheuren, en controleer of er water uit de afdichting lekt.
- Controleer of het waterlek uit het apparaat zelf komt.
- Controleer de stekkerverbindingen tussen het apparaat en de slang en de stekkerverbinding tussen de slang en de borstelkop. Vervang de slang of de borstel, afhankelijk van welk onderdeel lekt.
- Controleer de kabel op schade.
- Controleer het stopcontact: Controleer de stroomvoorziening van het stopcontact door een klein apparaat, zoals de oplader van een mobiele telefoon, aan te sluiten en te kijken of het apparaat wordt opgeladen.
- Controleer of er voldoende water in het reservoir zit en vul dit indien nodig bij.
- Is de knop van het stopcontact ingedrukt? Zo niet, druk er dan op.
- Controleer of er water in de slang wordt gepompt en of de uitlaat niet geblokkeerd is.
- Controleer of de vuilwatertank vol is en maak deze indien nodig leeg.
- Controleer of de leidingopening verstopt is en reinig deze indien nodig.
- Als het apparaat gedurende een langere periode onafgebroken is gebruikt, laat het dan 10 minuten afkoelen en ga vervolgens over tot reiniging.
- Controleer de leidingopening op waterlekkage bij de afdichting.
- Controleer de watertank op schade, zoals scheuren, en controleer of er water uit de afdichting lekt.
- Controleer of het waterlek uit het apparaat zelf komt.
- Controleer de stekkerverbindingen tussen het apparaat en de slang en de stekkerverbinding tussen de slang en de borstelkop. Vervang de slang of de borstel, afhankelijk van welk onderdeel lekt.